РУССКАЯ ВЕРСИЯ

ENGLISH VERSION

D. Gutov

 

Smash!

From the catalogue to the exhibition "Horizons of reality", (Werkelijkheidshorizonten),
Antwerpen, Muhka, 2003, p. 48 - 53

Mijn werk “Smash!” werd in 1992 door mij bedacht en verwezenlijkt samen met nog twee andere projecten, “Shuttles” en “Vliegende schotel”, onder de volgende omstandigheden.

Ergens op het einde van 1991 begon Oleg Kulik een tentoonstelling te organiseren “Over transparantie”. Het ogenblik was passend gekozen. De recente augustusoverwinning op de putschisten maakte in het land een ongeziene energie los van zogenaamd privé-ondernemerschap. De nieuwe Russische business, van zijn zinnen beroofd door het gebrek aan controle en door de straffeloosheid, ontwikkelde zich met de snelheid van een kernfusiereactie. Ik keek met diep verdriet naar het grootse schouwspel van de onderwerping van alle hoogste menselijke interesses aan de macht van het geld. Temidden van deze uitbarsting van hartstochtelijke begeerten zag alles wat de kunstenaars konden aanbieden er tamelijk bleekjes uit. De kunst veranderde zienderogen in een strikt persoonlijke zaak, een private bezigheid, wat door een deel van mijn vrienden werd uitgeroepen tot het nieuwe esthetische programma, maar in mijn ogen een hopeloos zwak programma was.

            Maar hiervoor bestond ook een alternatief. Als ik Oleg juist begrepen heb, verstond hij onder “transparantie” een kunst die in staat is de gedaante aan te nemen van de sociale werkelijkheid, erin op te gaan, onzichtbaar te schijnen, en toch machtig en zelfstandig te blijven. Per slot van rekening ontstond hieruit ook haar niet-menselijke hondengedaante, hoewel ik in het leven wel opvallender brutaliteit ontmoet heb. In die jaren werkte ik met composities die monumentaal waren qua afmetingen, maar die zich, vrijwel gedematerialiseerd, bevonden op de grens van de visuele waarneming. Kulik vond daarin iets verwants met zijn concept en daarom nodigde hij mij uit deel te nemen aan dit project.

             Voor de tentoonstelling werd een verwaarloosd pionierskamp, “Jurij Gagarin”, gekozen. Wij gingen de plek bekijken. Afgebladderde gebouwen, sportvelden overwoekerd met onkruid, verbleekte schilden rond een vlaggenstok. Ik denk niet al te graag terug aan mijn jeugd, maar hier was er geen ontkomen aan. Gagarin, de gewichtloosheid, de met sperma doordrenkte aarde van het pionierskamp en de razernij omwille van de zwaarte van het fysieke bestaan in 1992 in Moskou moesten in één beeld samensmelten. Nadat ik een paar maanden had nagedacht, besloot ik boven het kamp een wolk van badmintonpluimpjes op te hangen.

            Dit was een idee die nog moest verwezenlijkt worden. Dit nam mijn vriend en coauteur Konstantin Bochorov op zich. Van hem is de plastische afwerking van het werk, evenals een reeks technologische vondsten bij de realisatie ervan. Gedurende één week in september, onder een gietende regen, hingen wij duizenden pluimpjes op. Dag in dag uit, van ’s morgens tot ’s avonds.

            Het hele project werd gefinancierd door de Moskouse galerie “Regina”, een voorbeeld van een fantasmagorische samenwerking tussen het financieel-industrieel kapitaal en de hedendaagse kunst in het Rusland van na de perestrojka. De vernissage van de tentoonstelling duurde de hele nacht en werd gemarkeerd door een enigszins profetisch schandaal. Kulik droomde ervan de nieuwe zakenlui en de kunstenaars samen te brengen in één ruimte. Maar zij vielen niet erg bij elkaar in de smaak. De zaak eindigde op een vechtpartij. Of om precies te zijn, enkele kunstenaars kregen een pak slaag van de bewakingsdienst van de zakenlui. In het nachtelijke pionierskamp, bij het gezang en de dans van de zigeuners die uitgenodigd waren, temidden van sjasliek met steur, onder een wolk van badmintonpluimpjes.

            “Smash!”, de titel van mijn tweede project, gerealiseerd in het kader van deze culturele happening, kon niet beter passen bij de knokpartij die had plaatsgevonden. In het Russisch is dit een oproep, die in het volleybal de noodzaak aanduidt om een scherpe slag van boven op de bal toe te brengen, zodat de tegenspeler geen kans meer heeft hem te vangen. Maar ook voor de opwinding van het actief optreden in een straatgevecht past deze kreet goed.

            Trouwens, ook al hing de agressiviteit toen in de lucht, mijn gedachtegang bij het scheppen van dit werk was helemaal anders. Mij trok alles aan wat niet vervuld, niet verwezenlijkt, niet voltooid was. Wat door één of andere omstandigheid halverwege opgegeven was.

            Non finito. Een reeks van thema’s die zeer belangrijk zijn in het marxisme. (Ik denk aan de beschouwing van Marx op “18 brumaire Louis Bonaparte”, dat de proletarische revoluties zich voortbewegen van nederlaag naar nederlaag.)

            Boven een volleybalnet hing ik aan een onzichtbaar snoer een bal op, die was blijven hangen net op het ogenblik dat allen zich op hem moesten gooien, maar in plaats daarvan waren ze in verschillende richtingen weggelopen. Het lot van deze verdwenen pioniers verontrustte mij echt. Evenals de razendsnel verdwijnende sovjetbeschaving, met al haar onvervulde beloftes. “Smash!” klonk voor mij als een categorische imperatief terug te keren en datgene te voltooien, waarvoor anderen niet genoeg kracht en geduld hadden.

 

 

Deel II

 

            In de laatste woorden is er duidelijk zo niet arrogantie, dan toch een groot vertrouwen in de eigen krachten hoorbaar. Maar ach, die fantastische tijd bracht ons op het idee dat men met wilskracht de wereld veel kan aanpraten.

“Volens, volens”[1], zo heette het werk van één van mijn vrienden, gecreëerd op het einde van de jaren tachtig en eveneens aan volleybal gewijd. (Zelf heb ik nooit zo van woordspelingen gehouden, maar van dit ding van Gor Čachal hou ik.) Een andere vriend van mij die in die jaren nog zeer jong was, werkte een plan uit om de hedendaagse kunst te onderwerpen. “Rijdt de trein op uur?”, vroeg ik hem. Het antwoord luidde: “Ik loop voor op het tijdsschema.”

            De tien jaren die volgden op dit antwoord brachten serieuze correcties aan, niet alleen in onze berekeningen, maar ook in onze voorstellingen over hoe kneedbaar de werkelijkheid wel is. Zij gaf blijk van zo een groot vermogen vrijwel iedereen tot slijm te wrijven, dat we er op de één of andere manier wel rekening moesten mee beginnen houden. Ondertussen koesterden we een steeds grotere sympathie voor al wie aan geen enkele situatie toestond korte metten met hem te maken. En die toch ook niet het hele universum verknipte naar zijn idee. Ik ga voorbij aan alle details van deze beweging in de richting van het leven zoals het is, en schakel over op één van mijn laatste projecten, “Mama, papa en de Champions League” (2002), dat een direct vervolg vormde op het werk “Smash!”

            In een serie van 13 foto’s ontwikkelt de handeling zich opnieuw in een Midden-Russisch landschap rond een verstarde bal, deze keer een voetbal. De spelers zijn mijn ouders. Zij vechten om de bal zonder te denken aan de score, de toeschouwers, de scheidsrechters en de regels. In zelfvergetelheid en sportieve verwoedheid. Zonder pers en televisiecamera’s. Met een uitdrukking van pijn en passie die in niets moet onderdoen voor het professionele voetbal.

            Men kan gemakkelijk opmerken dat ik in de ontwikkeling van mijn ideeën in 10  jaar tijd weinig vooruitgang heb gemaakt. Waarschijnlijk had ik ook minder moeite kunnen doen om de oude installatie te verenigen met reële mensen, maar bij mij kroop daar zoveel tijd in als er ingegaan is.

 

 

Dmitri Gutov 2002-2003

 

 


[1] Wat in het Russisch klinkt als “volley, volley” (nvdv)